Icke gaat in op drie soorten onzichtbare wetenschap: de onzichtbaarheid van wetenschap in de maatschappij, waardoor men zelden beseft welke wetenschappelijke vondsten aan alledaagse zaken ten grondslag liggen; de onzichtbaarheid van de materie in het Heelal, waarnaar Icke onderzoek doet, en ten slotte de onzichtbaarheid van de wetenschappelijke theorie. Werkelijke vooruitgang in de wetenschap wordt bepaald door dingen die er nog niet zijn: buitenissige proefnemingen, vage gedachten, krankzinnige invallen, toevalstreffers. Het vragen naar een bepaalde uitkomst, en zeker het vooraf eisen van 'nu |