sociologische analyse waaruit blijkt welke voorstellingen de stadsbewoners zieh van die gebieden maken en welke vormen van gebruik er zieh ontwikkelen. Als unieke bronnen van biologische rijkdom in een stedelijk milieu en als inzet van gebruikte vormen die elkaar soms aanvullen, soms uitsluiten, vragen de half-natuurlijke gebieden om een demoeratisch beheer en om juridische bescherming. Het tweede deel van het boek bestudeert dan ook de mogelijkheden die het beschikbare juridische instrumentarium biedt. Aldus wordt een omkadering gecreeerd die de randgebieden tussen stad en natuur, die nu reeds een belangrijk element vormen van het gemeenschappelijke erfgoed van de stadsbewoners, daadwerkelijke bescherming verzekert. Er werden zes illustrative Brusselse gebieden geselecteerd : de Kauwberg, het Scheutbos, het Moeraske, de Neerpede, het Kattebroeck en het plateau van de Vorsterie. Beide studies werden uitgevoerd op initiatief van het Fonds Leefmilieu van de Koning Boudewijnstichting. |